Vier op een rij

Doel: lesstof oefenen, herhalen
Groepssamenstelling: twee- of drietallen 
Voorbereiding: speelborden maken met ieder dertig hokjes (zoveel als er tweetallen zijn), antwoordkaarten maken

Werkwijze 
De leerlingen werken in groepjes van twee. De tweetallen krijgen een bord (zie onderstaand document) verdeeld in dertig hokjes. In elk hokje staat een vraag. Elke leerling krijgt een set kaartjes met antwoorden. Iedere leerling mag om beurten een kaartje op het bijbehorend vakje leggen. Degene die als eerst vier-op-een-rij (horizontaal, verticaal of diagonaal) heeft, is de winnaar. Als het niemand lukt vier-op-een-rij te maken dan houdt het spel op als de kaartjes op zijn. 

Variatiemogelijkheden
- Het spel wordt gespeeld door twee teams van ieder twee leerlingen. De leerlingen moeten hardop overleggen of en waarom een kaartje op een bepaald vakje past. Door deze vorm van interactie kan er meer inzicht over de lesstof verkregen worden. 
                                                                                 - Een derde leerling in scheidsrechter. Deze leerling beschikt over de juiste antwoorden en houdt de stand bij.