Doel: begrippen omschrijven, kennis wat betreft deze begrippen vergroten
Groepssamenstelling: tweetallen
Voorbereiding: begrippenkaartjes maken waarbij op de voorkant het begrip genoteerd staat en op de achterkant de omschrijving (dit kunnen de leerlingen eventueel ook zelf doen). 

Werkwijze
- Maak of laat de leerlingen een verzameling kaartjes maken met op de voorkant een bepaald begrip, woord of verschijnsel. Op de achterkant staat de omschrijving hiervan genoteerd. 
- De leerlingen werken in tweetallen. Iedere leerling krijgt een aantal kaartjes. Om en om laten de leerlingen de begrippen op de kaartjes aan elkaar zien. Het is de bedoeling dat de leerling die aan de beurt is de juiste omschrijving geeft van het begrip. Als deze omschrijving klopt, dan mag de leerling het kaartje houden. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk kaartjes te bemachtigen. 


Variatiemogelijkheden
- Deze werkvorm kan moeilijker gemaakt worden door de leerlingen het 'verboden woord' te geven. Hierbij mogen de leerling het begrip wat op de voorkant van het kaartje staat niet noemen. Ook kunnen er andere woorden opgegeven worden als 'verboden woord'.
- Ook kan de werkvorm lastiger worden door tijdsdruk toe te voegen aan de werkvorm. Per begrip hebben de leerlingen bijvoorbeeld 30 seconden de tijd om een juiste omschrijving te geven.