Mixed up piles

Doel: introduceren van een onderwerp, begrippen ordenen of classificeren, kennis toetsen
Groepssamenstelling: individueel, twee- of drietallen
Voorbereiding: ongeveer twintig maken met begrippen rond een onderwerp (kan eventueel ook door de leerlingen gedaan worden). De begrippen moeten wel in twee categorieën (of meer) geordend kunnen worden. 

Werkwijze
Bij de introductie van een onderwerp of om bepaalde kennis te toetsen, krijgen leerlingen een set met kaartjes die over hetzelfde onderwerp gaan, maar die twee aspecten (of meer) van dit onderwerp behandelen. 
De leerlingen ordenen deze kaartjes in twee (gegeven) categorieën. Belangrijk is om de leerlingen hun keuze tot ordening te laten verwoorden. 
Voorbeeld
- Natuurkunde: leerlingen kunnen na het behandelen van een onderwerp over elektriciteit een set kaarten categoriseren die gaan over de eigenschappen van serie en parallel schakelen. De leerlingen moeten de kaartjes hierbij in de juiste categorie of volgorde plaatsen. 
- Moderne vreemde taal: leerlingen krijgen kaartjes met zinnen in de vreemde taal en vertaalde zinnen. Zij moeten deze zinnen op de juiste manier koppelen. 

 
Variatiemogelijkheid
Een mogelijke variatie binnen deze werkvorm wordt ook wel 'Extended mixed piles' genoemd. Binnen deze werkvorm krijgen de leerlingen ook een set kaarten met begrippen rondom een bepaald onderwerp die in twee (of meer) categorieën geplaatst moeten worden. Het grote verschil zit hierbij in het feit dat sommige begrippen toepasbaar zijn in beide categorieën. 

Mogelijke werkwijzen
- De leerlingen krijgen een tabel met drie kolommen en een lijst woorden over het onderwerp. De woorden moeten geordend worden in de twee hoofdcategorieën. In de middelste kolom noteren de leerlingen de begrippen die in beide categorieën passen. Ook hierbij is het weer van belang om de leerlingen hun keuze te laten toelichten. 
- De leerlingen krijgen geen lijst met woorden of kaartjes met begrippen, maar zij zoeken zelf naar begrippen in een bepaald stuk lesstof. Deze manier geeft direct een soort overhoring of samenvatting. Daarna worden alle woorden van de leerlingen verzameld en in één van de drie kolommen geordend. 
- De docent benoemt geen begrippen, maar ook geen categorieën. De leerlingen gaan zelf op zoek naar een mogelijke ordening van begrippen binnen bepaalde lesstof.