Domino

Doel: lesstof/begrippen oefenen en herhalen
Groepssamenstelling: groepjes van twee of meer
Voorbereiding: dominospel maken

Werkwijze 
Maak een set dominokaarten. Links op de dominokaart komt dan een bepaald symbool, begrip, jaartal, plaatsnaam of woord te staan. Rechts op de kaart komt dan een ander symbool, uitleg of vertaling van een woord te staan. Het is belangrijk dat alle elementen op de dominokaarten behoren tot hetzelfde onderwerp en dat de bijbehorende zaken niet op één kaart komen te staan. 
De leerlingen gaan in tweetallen of grotere groepjes aan de slag. De eerste leerling legt een dominokaart neer. De overige leerlingen moeten om de beurt proberen een kaart aan te leggen die aansluit op dat wat er staat afgebeeld op de dominokaart. Het is van belang om de leerlingen te stimuleren uit te leggen waarom bepaalde kaarten bij elkaar aansluiten. Om het spel wat actiever te maken mag een leerling de kaarten houden als hij of zij een aansluiting kan neerleggen. Dezelfde leerling legt dan een nieuw dominokaart open op tafel. De leerling die als eerst al zijn dominokaarten heeft weggespeeld of de meeste duo's (afhankelijk van de tijd) heeft gevormd is de winnaar.